Wijnfouten

Wanneer je uit eten gaat en een fles wijn bestelt, krijg je altijd een klein beetje ingeschonken om te proeven. Dan wordt er gevraagd wie die rol op zich wil nemen. Ik merk dat veel mensen, inclusief ikzelf, dan even twijfelen. Want waar moet je dan op letten?

Het voorproeven is een belangrijk onderdeel van de etiquette en het doel is om eventuele wijnfouten te ontdekken. Het is dus niet de bedoeling dat je de wijn afkeurt omdat je hem niet lekker vindt; het gaat puur om de kwaliteit en het eventuele bederf.

Dat is nog niet zo eenvoudig, want wijn kan op verschillende manieren ‘bedorven’ zijn. Bij het herkennen van wijnfouten zijn jouw zintuigen je belangrijkste vrienden: je neus is jouw belangrijkste hulpmiddel, maar ook je ogen en je mond doen zeker mee.

Zichtbare wijnfouten: Wat zie je?

Dit is misschien de makkelijkste groep die je kunt ontdekken door alleen te kijken naar de wijn, waarbij 3 dingen belangrijk zijn: de kleur, de neerslag en troebelingen.

  • Troebele wijn of slierten: dit wordt vaak veroorzaakt door micro-organismen.
  • Koolzuur (bubbeltjes): bij rode wijn duidt dit meestal op ongewenste gisting in de fles. Bij witte wijn kan dit soms bewust zijn.
  • Neerslag in de wijn: dit zijn vaak kristallen van wijnsteenzuur, kleurstoffen of tannines. Over het algemeen heeft dit geen invloed op de smaak van de wijn.
  • Verkleuringen: denk aan blauwachtige, bruine of gele tinten. Dit kan een teken zijn van oxidatie of veroudering.
  • Te donkere kleur of bruine rode wijn: dit kan een teken zijn dat de wijn geoxideerd is.

Wijnfouten in de geur: Wat ruik je?

De geur van wijn zegt vaak het meest over de kwaliteit. Dit zijn de meest voorkomende geurafwijkingen:

  • Kurk (TCA – trichlooranisool): dit is waarschijnlijk de bekendste wijnfout. Verwar dit niet met stukjes kurk in de wijn; dat is geen fout. Ruikt de wijn naar een muffe kelder, nat karton of een vochtige, oude tent? Dan is de wijn helaas bedorven door TCA.
  • Reductiegeur: deze geuren ontstaan door een gebrek aan zuurstof tijdens de wijnbereiding. Denk aan rotte eieren, ui of gekookte bloemkool.
  • Azijnzuur, aceton of nagellakremover: deze scherpe geuren kunnen ontstaan wanneer de wijn aan te veel zuurstof is blootgesteld.
  • Rotte appel, sherry- of madeirageur: dit duidt op ongewenste oxidatie, vaak door slechte opslag of een niet goed afgesloten fles.
  • Brett (Brettanomyces): een gist die zich kan ontwikkelen in rode wijn en geuren produceert die doen denken aan paarden of pleisters. Sommige mensen vinden deze geur overigens prettig!
  • Ranzige boter: een geur die ontstaat wanneer wijnflessen aan direct licht of te hoge temperatuur zijn blootgesteld.
  • Zwavel: de geur van afgebrande lucifers kan wijzen op overmatig zwavelgebruik of er is te veel sulfiet toegevoegd bij het bottelen.

Wijnfouten in de smaak: Wat proef je?

In de meeste gevallen heb je wijnfouten al geroken voordat je proeft. Toch zijn sommige afwijkingen vooral in de smaak merkbaar:

  • Azijnsmaak: een duidelijke indicatie van bedorven wijn, veroorzaakt door vluchtige zuren.
  • Oxidatie of vlakke smaak: wijn die geen frisheid of fruitigheid meer heeft, is vaak te oud of verkeerd bewaard.
  • Metaalachtige of bittere nasmaak: kan wijzen op chemische onbalans of besmetting tijdens de productie.

Hoe ga je om met een wijnfout?

Wanneer je een van deze wijnfouten ziet, ruikt of proeft dan mag je de wijn afkeuren en een andere fles vragen, want dat betekent dat de wijn niet goed is. Overleg dan met de sommelier. Een andere fles van dezelfde wijn hoeft namelijk niet dezelfde fouten te bevatten.

Dit zijn alle wijnfouten op een rijtje, bijna te veel om te onthouden. De belangrijkste zijn wel de fouten die je kunt ruiken en zien. Nu hoef je niet meer onzeker te zijn wanneer jou gevraagd wordt om een wijn voor te proeven.

15 juni 2025